We hebben een veel betere nacht gehad en wat uitgeruster vertrokken we uit Yosemite. Naast ons lagen mensen in een pick-up gewoon in de buitenlucht te slapen. Er was een klein meisje van 5 jaar. Ze had handschoenen aan en een mutsje op. Zij hebben het vast heel koud gehad want het was zo'n 5 graden Celsius. Buiten het park zagen we nog een heel mooi meer, het Tioga meer. Het was er 17 graden Celsius en het waaide. |
 |
 |
Toen we wegreden van de camping hadden we iets minder dan een halve tank benzine. Na de stopplaats aan het meer ging het met de benzine letterlijk bergafwaarts. De meter ging in no-time naar empty. Waar zit nu een benzinepomp? We waren er net 1 gepasseerd dus keerden wij om. Deze pomp bleek niet meer te bestaan. Tja wat nu? Er bleek er 1 te zitten 10 mijl naar het oosten. Dat was voor ons de beste optie want daar moesten we naar toe en het was ook bergafwaarts. |
Het tankstation lag buiten Yosemite, de temperatuur was al gestegen naar 27 graden. Aan het einde van de weg uit het park ligt Monolake. Een meer waar een wit en een zwart eilandje in ligt. De zwarte is ontstaan door een vulkaanuitbarsting. De witte doordat de bodem van het meer omhoog geduwd is. Het water voelt als zeep aan, heel raar. Het water is alkalisch. Dit is ook de enige plek waar vliegjes leven die voor je weggaan als je in de buurt komt. Je zou dat overal moeten hebben! |
 |
 |
We gaan verder naar het zuiden. De temperatuur loopt al op naar 34 graden. Lekker warm dus. In de buurt van Death valley, zo'n 100 mijl er vandaan, is een visitors center. We vragen informatie om te kamperen. Het is niet nodig te reserveren. We lezen een blaadje met de temperaturen. Het wordt overdag gemiddeld 46 graden en 's nachts 30 graden. Niemand wil dit meemaken. Inmiddels is het 39 graden op de plek waar we zijn. |
We lezen ook dat we moeten oppassen voor slangen, schorpioenen en spinnen (de zwarte weduwe). Doodeng! Ook moet je per persoon 4 liter water per dag drinken. We hebben gelukkig heel veel water bij ons. Er wordt een keus gemaakt waar we gaan slapen, 30 graden 's nachts zien we niet zitten en kijken of er een camping zit op een hoger gelegen gedeelte in Death Valley. Er zijn er wel 3 en ze zijn gratis. Typisch Nederlands dat daar de keuze op is gevallen? |
 |
 |
Nee, het is op 2800 meter hoogte en een zeer grote kans dat we goed kunnen slapen omdat het daar koeler wordt. We moeten vlak voor het park rechts af. De weg is niet al te best en we zien niemand meer. Eigenlijk wel spannend. De weg naar de camping wordt alleen aangeraden als men een 4 wheel drive auto heeft. Dat heeft ook een beetje de doorslag gegeven. De auto maakt soms rare geluiden en stelt ons niet zo gerust. Je bent dus echt alleen! |
Onderweg stappen we af en toe uit om te voelen hoe heet het is. Inmiddels is de temperatuur al boven de 40 graden (Celsius). De wind die waait is ook heet en bemoeilijkt toch wel het ademen. Alles wat je aanraakt is gloeiend heet, au, au, au. |
 |
 |
Snel maar in de auto en we rijden voorzichtig verder. We hebben dus een temperatuurmeter in de auto en op een gegeven moment geeft het zelfs 47 graden aan!!hot hot hot!!! Dit is niet normaal meer! De auto is hier ook niet blij mee. We gaan het park in en dus ook de bergen. Het is flink klimmen en in de weg komen steeds meer gaten en kuilen. Flink hossen dus. Het geasfalteerde gedeelte van de weg houdt op en er blijft een onverharde weg over die het meest weg heeft van een overgebleven rivierbedding. |
De eerste camping die we tegen komen heeft nergens schaduw. Er is niemand. Doorrijden dan maar. Het is een eindeloze moeizame rit, vooral voor de auto. Als we bij de tweede camping aankomen wil de auto niet meer, de motor kookt en we horen geborrel. Het is hier wel schaduwrijk maar er is niemand. We vinden dit toch wel creepy. Toch besluiten we hier te blijven. Het is "maar" 38 graden. We verwachten dat het koel wordt vannacht. De auto wilden we niet meer zo belasten. |
 |
Erwin gaat koken en ik zet de tent op. Er zijn ontzettend veel vliegen die misschien wel zo blij zijn dat ze ergens op kunnen springen. Tijdens het eten is dat wel vervelend. Er is geen water en de wc is een pot waaronder een groot gat zit. Bij binnenkomst springen de vliegen echt op je af. Tja wat nu? De meeste hebben we verjaagd. We merken dat later op de avond de vliegen weg zijn en dat het rustig wordt. Na het eten pakken we een borrel en duiken daarna in de tent. Opeens horen we een auto stoppen een deur open en dicht gaan. De auto rijdt weer verder. Allerlei enge dingen komen in mij op. Brrr, als dat maar goed gaat. We doen het zaklampje uit en gaan liggen. We hadden al gemerkt dat het stil is maar nu helemaal. Je hoort zelfs geen insect! Alleen als het waait hoor je het geruis van de bomen. We zitten hemelsbreed 30 kilometer van de "bewoonde wereld" vandaan. Raar idee als je gewend bent om in een stad te leven waar je altijd wel mensen om je heen hebt. We hebben niets om iemand te waarschuwen. Dat is een eng idee.
Aline |