|
We staan op en het weer is niet geweldig, nog bewolkter dan gister. We zagen gisteravond bij campers en tenten regenjassen hangen. Die lui hadden in het Abel Tasmanpark gewandeld, wij hebben daar echt géén zin in. We besluiten naar het noordelijk gedeelte van het park te rijden, misschien dat het weer opknapt. Anders hebben we pech, we zien wel. We bellen Alfons, de vader van Erwin, want hij is jarig vandaag. |
|
|
|
|
De weg om het park is bochtig en niet te breed, het is 30 kilometer tot het hoogste punt. Ondertussen verdwijnen wat wolken en het gaat er beter uitzien. We stoppen op het hoogste punt. Daar is een koffie tent en ingang tot grotten. De grotten slaan we over, je kan er zelfs trouwen, maar we gaan voor de koffie. Die is echt heerlijk! Hierna gaan we de daling inzetten en na 22 kilometer zijn we in Upper Takaka. (die namen soms van de dorpjes...) We rijden door naar Takaka, daar zit een visitors center. We gaan even vragen of we met onze grote wagen over bepaalde wegen kunnen. |
De man die ons helpt heeft vroeger in Nederland gewoont. Het Nederlands ging nog redelijk. Hij geeft ons wat tips over het Abel Tasmanpark. Er zijn wel gravelroads, 1 daarvan moesten we echt vermijden. Die is te stijl en als je dan gaat slippen.... Ook het meest noordelijke punt van het zuidereiland willen we zien en daar vertelt hij ook wat over. We gaan eerst naar het Abel Tasmanpark. |
|
|
|
|
We maken veel foto's en alles is mooi. Ik was ergens foto's gaan maken maar de weg er naar toe was lang. Dat was van te voren niet te zien. Ik hoorde Erwin toeteren want hij vroeg zich af waar ik toch bleef. Je kan ook van de klif vallen, want er staat weinig bescherming. Gelukkig kwam ik weer snel terug. We gaan verder. |
Dit is het begin van de gravel road. Hier valt het nog best mee maar de weg is 10 kilometer en 6 er van stijgt. Het is ook stijler dan ik had gewild. We gaan naar de baai van Totaranui. |
|
|
|
|
Het is heel erg mooi, je kan het niet echt op de foto zetten. Je moet het van dichtbij beleven. In de verte is een kleine baai te zien, daar gaan we naar toe. |
Het "dorp" staat als een stip op de kaart. Er is een visitorscenter en misschien een paar huizen. We wisten dat er een camping was en we melden ons aan in het visitorscenter. We krijgen te horen dat de sandlies erg hongerig zijn. Ze denkt dat het komt omdat het klimaat de laatste tijd zo anders is. We zien foto's van Juliana en Bernhard; Beatrix en Claus. Juliana was ambassador van het Abel Tasmanpark. |
|
|
|
|
We zoeken een leuke plek en gaan naar het strand. De repellent gaat mee en we smeren ons in. Zo nu en dan probeert een sandfly een aanval in te zetten maar dat lukt niet goed ha ha. |
Het is nu laagtij en een inlet ligt bijna droog. Je kan er heerlijk spelen. Je kan je ook niet voorstellen dat het over een paar uur helemaal vol staat. |
|
|
|
|
Het scheelt een paar meter. Vanochtend in het visitorscenter vroeg de man die ons hielp hoe het verschil in Rotterdam is met hoog en laagtij. Nou we hebben geen idee. |
Goed gekleed tegen het verbranden en vervelende vliegjes gaan we op pad. |
|
|
|
|
Het is gelukkig niet te warm. Waar we over wilden steken om het bos in te gaan is te diep en het zeewater is vast niet goed voor onze schoenen. We lopen nog een stuk om en we kijken of er op een andere plek nog een ondiep stuk is. |
Wat voetstappen van Loes. |
|
|
|
|
We zagen nergens een ondiepe doorgang en eigenlijk vonden we het veel te leuk om op het strand te spelen. de schoenen gaan uit en we blijven lekker hier hangen. |
En gewoon helemaal alleen op het strand, dat is echt lekker. |
|
|
|
|
Spelen in het water. |
De broek wordt afgeritst en de kleren gaan uit van de kinderen. Een paar wandelaars komen voorbij, zij worden elders opgepikt door de watertaxi. |
|
|
|
|
De zon staat al lager en we hebben ook geen zin meer om het bos in te duiken, het wordt daar al donker. |
Het uitslijten van het water laat mooie sporen achter. Er zijn wat "grotjes" waar je je in beetje in kan verschuilen. |
|
|
|
|
Loes is op zoek naar schelpjes. En het is zo lekker om door het water te banjeren. Ze heeft ook een voetenbadje gemaakt maar omdat het vloed wordt, verdwijnt het langzaam. |
Bram is bezig om een wal te maken van een gat wat hij heeft gegraven. |
|
|
|
|
Je moet regelmatig blijven spuiten tegen de sandflies. Ze vinden het echt niet leuk als ze op je landen. |
Loes heeft een aantal: My little Pony's waarvan er 1 een "eenhoorn" is. Ze wil al haar andere pony's hetzelfde eruit laten zien. Ook met een hoorn op een hun hoofd. We zijn op zoek gegaan naar "eenhoornschelpjes". En we hebben er al wat gevonden hoor. Nu wil ze dat ik ze ga vastplakken maar we hebben geen lijm, alleen plakband en dat blijft niet zitten. Ik weet niet of ik ze meeneem naar Nederland, we zien wel.
|
|
|
|
|
Na het spelen duiken we de camper in. We worden toch een beetje gek van alle vliegende beestjes. Daarom eten we binnen. Er komt een vader met een klein meisje vragen of Loes komt spelen maar Loes heeft geen zin. Ze vindt het een beetje eng denk ik, ze praat Engels. We praten wat met de vader, hij geeft ons als tip dat we veel knoflook moeten eten tegen de sandflies. We weten nu wat we gaan inkopen. We vinden dat erg lekker maar we eten het niet overdreven veel. |